Je ogen kijken, je brein ziet


Hoe iemand ziet, bepaalt hoe hij zich gedraagt.
Visuele informatieverwerking heeft invloed op het doen, durven, denken en leren van een kind. 


Als visueelscreener kijk ik naar de oogmotoriek en de oogsamenwerking.
Bij de screening gebruik ik een bioptor.
Dat is een apparaat waarbij het kind een tekening maakt. Uit de tekening lees ik hoe de samenwerking van de ogen is. 

 

signalen

Wanneer de ogen niet goed samenwerken en / of niet goed kunnen focussen kan dit allerlei belemmeringen geven bij leren en in het gedrag van een kind.
Het heeft invloed op balans, coördinatie en de schoolse vaardigheden van een kind.

Balans:

  • uit je evenwicht zijn
  • niet stevig in je schoenen staan
  • bewegingsangst
  • faalangst
  • zelfvertrouwen
  • negatief zelfbeeld
  • stoten en vallen

Coördinatie:

  • oog-hand coördinatie
  • lichaamscoördinatie

Deze coördinatie in het lichaam  heb je nodig om te kunnen schrijven, fietsen, balanceren, gooien en vangen, je kunnen oriënteren in de ruimte. 

 

Schoolse vaardigheden:

  • lezen: woorden overslaan, op een andere regel beginnen, dansende letters, vermoeidheid, prikkende ogen, hoofdpijn, boosheid. 
  • rekenen: sommen onderling verwisselen, plus en min verwisselen, achteraan beginnen, sommen in het verkeerde hokje plaatsen, ruimtelijk inzicht.  
  • schrijven: niet tussen de lijntjes blijven, kantlijn schuift op, niet recht kunnen schrijven op een blanco blad.

 

Als blijkt dat er een belemmering zit in de oogsamenwerking / oogmotoriek dan kan dit middels simpele oefeningen getraind worden. De oogspieren worden sterker en de ogen leren samenwerken.
Wanneer er twijfel is of ik het kind voldoende kan helpen verwijs ik u door naar de functioneel optometrist. Ik heb een fijne samenwerking met Henk Colpa van Colpa opticiens in Boskoop. Hij is een ervaren functioneel optometrist. 

 


visuele waarneming

Om de schoolse vaardigheden onder de knie te krijgen is het nodig dat het kind de leervoorwaarden eerst beheerst. 
Eén van de leervoorwaarden is een goede visuele waarneming. 


Een goede visuele waarneming betekent het kunnen herkennen van vormen, figuren en afbeeldingen. 
Om te kunnen lezen moet je namelijk verschillen en overeenkomsten kunnen herkennen in letters en woorden.
Eerst leert een kind dit bij vormen, figuren en afbeeldingen. Dit is nodig om te kunnen lezen; letters bestaan uit verschillende vormen en letters staan op een bepaalde positie die je moet kunnen onderscheiden. Een “p” op de kop is een “b” en omgedraaid is dit een “d”.
Door met letters een woord te maken ontstaat een woordbeeld. Kinderen leren te onthouden wat ze zien, en zich dit later te herinneren. Bij visuele waarneming is het dus van belang om plaatjes en figuren te kunnen onthouden.